Gast:
Samir Bantal & Rem Koolhaas
Onlangs brak er op onze berg, vanwege droogte in de lente, brand uit. Het was de allereerste bosbrand in de recente geschiedenis van ons dorp. De laatste keer dat ik het probleem van bosbranden was tegengekomen, was in het nieuws. Gedurende een paar minuten dacht ik na over grote begrippen zoals klimaatverandering, antropoceen, of het verlies aan biodiversiteit. Maar het voelde afstandelijk, gescheiden van mijn dagelijkse realiteit. Voorheen gaf het nadenken over deze wereldwijde vraagstukken me juist een gevoel van superioriteit. Ik ben een goed, verantwoordelijk mens, dacht ik dan, ik geef echt om de planeet.
Maar deze brand, waar ik en mijn dorp op het nippertje aan ontsnapten, bracht me in een andere zone. Toen ik de woeste vlammen op slechts een paar kilometer afstand boven de bergen zag uitkomen, ik aanvankelijk geschokt, mijn hele lichaam trilde. Vervolgens ging ik me inzetten om de lokale brandweerlieden van het dorp te helpen. Ik dacht na over waar we naartoe zouden moeten evacueren. In deze milde crisis was ik nauwelijks een toereikend lid van de gemeenschap, maar ik deed mijn best.
In 2018 begon ik te werken aan de Chinese editie van de tentoonstelling Countryside, The Future, die begin 2020 in New York opende. Sindsdien ging ik terug naar China om een onderwijscentrum in de provincie van West-Sichuan, thuisbasis van de Tibetaanse Gyalrong gemeenschap op te zetten. Het centrum komt voort uit een regionaal project voor het plannen van ecotoerisme uit 2015. De vormgevers/oprichters vroegen zich af hoe design kan ingrijpen in het landelijke gebied om een evenwicht te helpen behouden tussen economische ontwikkeling en herstel van het ecosysteem. De afgelopen twee jaar van voortdurend reizen tussen landelijk Sichuan en Shanghai stelden me in staat om te reflecteren op mijn ervaring bij het samenwerken aan het plattelandsproject als onderzoeker, vergeleken met het werken aan één project dat diepgeworteld is op een plek. Ik ben gaan beseffen dat dit een lange weg is die ik nog maar net aan het bewandelen ben, de weg van het leren over het platteland om er iets aan te veranderen naar leren om met het platteland te zijn, om het op me te laten inwerken.
Één van mijn eerste opdrachten voor de Countryside-studio van OMA/OMA in Beijing (voor de studio werkten we samen met de architectuurafdeling van de Central Academy of Fine Arts) was het vinden van een bouwkundige handleiding voor landelijk China. Als referentie kreeg ik The Measure of Man van Henry Dreyfuss mee. Ik was gefascineerd door de precisie van de afmetingen die op alle pagina’s nauwkeurig beschreven werden, alsof de wereld gebouwd kon worden rond de menselijke maat, met ‘gezonde’ mannen en vrouwen als het uitgangspunt. Maar hoe moest ik een soortgelijk bouwkundig handboek vinden voor het Chinese platteland? En als zo’n gids bestond, welk dorp zou dan een standaard kunnen zijn voor de meer dan drie miljoen dorpen in China? Als er al een soort handboek in aanmerking zou komen, dan moest het wel het boek van Feng shui of de I Tjing zijn.
Onderwijl stelde ik vast dat China vrij uniek is in de wijze waarop het zowel grote diversiteit en eenheid kent en het vermogen heeft om op een schaal te opereren waarin er oog is voor lokale kenmerken. De centrale overheid brengt gedurende het hele jaar beleidsadviezen uit op onderwerpen als sanitaire voorzieningen, regulering van schone energie en de hervorming van grondgebruik. Vanuit de nationale raad worden die beleids-adviezen naar een netwerk van duizenden lokale departementen gestuurd die de plannen en hun implementatie vervolgens aanpassen aan de lokale situatie. Het Chinese platteland functioneert daarmee als een soort schilderij met steeds veranderende pixels. Zoals je waarschijnlijk al hebt geraden, uiteindelijk lukte het me om een bouwkundige handleiding voor landelijk China te vinden, maar niet in één boek maar in velen.
Deze ervaring is me bijgebleven als metafoor. Hoe meer onderzoek ik deed, hoe meer data ik verzamelde en verhalen ik tegenkwam, des te meer voelde ik alsof ik aan het rondrennen was in diepe en troebele wat eren. Ik begeef me op glad ijs: als ik overhaast een oordeel vel, zal deze net zo snel als kortzichtig worden onthuld. Het platteland bleek een unieke plek om vragen te stellen en te verkennen. Het is als een uitvlucht van de moderniteit, waarin veel tegenstellingen van onze huidige wereld zichtbaar worden, tegen-stellingen die we in onze geglobaliseerde, kapitalistische, mechanistische, en in toenemende mate technocratische wereld, soms uit de weg gaan.
HELEN MET OF ZONDER DE MENS?
Sluit het behoud van het ecosysteem noodzakelijkerwijs de mens uit? Kan de mens een betekenisvolle rol spelen bij het helen van de planeet? In het moderne narratief van natuurbehoud moet de mens worden weggehouden van de natuur, om deze in alle rust te laten herstellen. De mens wordt gezien als een destructieve kracht voor het evenwicht van de natuur en moet er daarom van weggehouden worden. Op papier werkte dit narratief: dat als we de helft van de wereld zouden behouden voor biodiversiteit, de planeet geheeld zou worden. Deze oplossing pakt echter niet de diepere oorzaak van het verlies van biodiversiteit aan. Stel dat we de biodiversiteit terugkrijgen maar hetzelfde wereldbeeld houden dat de mens aan de top staat van de hiërarchie van het ecosysteem. Het is dan een kwestie van tijd voordat we in een andere, misschien nog ernstigere crisis terechtkomen die alles op scherp zet.
Veel voorbeelden van reeds bestaande lokale inheemse gemeenschappen overal ter
wereld hebben bewezen dat de mens een positieve kracht voor de levende planeet kan en moet zijn. Het wereldbeeld van onderlinge verbondenheid en onderlinge afhankelijkheid heeft ons lang ondersteund, totdat dat wereld-beeld veranderde – totdat de mens zichzelf niet langer als onderdeel van de natuur zag, maar zich erbuiten plaatste. Dit wereldbeeld van segregatie en isolationisme leidde uitein-delijk tot uitputting of zoals de Canadese First Nation leider Chief Dan George zei, "wat je niet kent, zul je vrezen. Wat je vreest, vernietig je."
DUURZAAMHEID. VAN WAT PRECIES?
Het platteland heeft me geleerd te denken in lange termijnen, niet alleen aan toekomstiege generaties maar ook die uit het verleden, waarbij de huidige generatie onderdeel is van een continue aanwezigheid. Het heeft me gestimuleerd om weer vertrouwen te hebben in de menselijke aard en de positieve rol die we kunnen vervullen in het ondersteunen van het herstel van de planeet.
Geconfronteerd met de brand in de bergen, hielpen handleidingen of gegeven-sonderzoek ons niet om adequaat te reageren, noch hadden we veel aan de moderne brand-bestrijdingstechnologieën die voor handen waren. In plaats daarvan toonde de gemeen-schap van 200 leden bijeengebracht onder één dak en geleid door ervaren ouderlingen mij de warme realiteit van onderlinge afhankelijkheid. Als duurzaamheid betekent het vermogen te hebben om weer-stand te bieden, dan kan platteland ons uiteenlopende en toch zeer belangrijke lessen leren. Het klimaat verandert – zoals het altijd doet. In tegenstelling tot het ‘klimaat’ dat in de huidige wereld-wijde narratief continue op code rood staat. Wat ik hiermee bedoel is dat we een levende planeet bewonen met verschillende complexe interactieve cycli. Klimaat als concept is volgens veel inheemse volkeren de gemoedstoestand van de aarde, ofwel symptomen van naderend onheil. Het is moeilijk gebleken om op het platteland het 'gemoed' van de aarde te ontcijferen, als we enkel wetenschappelijke data als referentiepunt gebruiken, want het platteland, tenminste het platteland waar ik mee vertrouwd ben is niet wetenschappelijk. Maar daar waar het aan data of moderne technologie ontbreekt, is het platteland juist rijk aan geleefde ervaring en lokale oplossingen gebaseerd op trial-and-error die de tand des tijds hebben doorstaan. We kunnen het platteland niet bestuderen met de intentie om zijn wijsheden te copy-/pasten. Maar we kunnen het wel raadplegen, als we bereid zijn om te luisteren.
Vivian Xinlin Song is docent en journalist. Ze werkt momenteel aan het verdiepen van haar kennis van de plaats en de gemeenschap waar Yunhe Center is gevestigd, terwijl ze programma's en ervaringen ontwikkelt die een proces van ont-leren, her-leren en her-inneren ondersteunen. Ze doet ook onderzoek naar nieuwe economische theorie en traditionele ecologische kennis, en waar deze twee elkaar ontmoeten. In het kader van CHAPTER 5IVE vroegen we haar te reflecteren op de ervaring met leren over het platteland ten opzichte van leren van het platteland, waarbij we de relatie tot lokaliteit als voorname bron van kennis, wijsheid en transitie fungeert.
VIVIAN XINLIN SONG